Kleur.

Van Marrie-Jette kreeg ik afgelopen week terecht een reactie, zij vond mijn NYB blok tam van kleur. Zelf had ik dat gevoel ook al toen ik het in elkaar zette en was in mijn bakken met stoffen gedoken. gisteren ben ik bezig geweest met de paperpiecing patronen op de naaimachine. De kleuren op de foto’s kloppen niet helemaal, want het zijn echt felle

kleuren. Ik heb de 2 patroontjes hiernaast van elkaar af liggen, maar op de volgende foto liggen ze tegen elkaar aan. Dat heb ik voor het volgende blok ook gedaan. Ik ga nog wel verder zoeken in mijn bakken of ik nog meer felle kleuren heb.

Nu moet ik ook de andere delen van het blok nog tekenen, dan kunnen de blokken in elkaar gezet worden. De patroontjes teken ik op theezakjes papier, wat ik prettig naaien vind. Het paperpiecingpatroon kopieer ik nog eens en teken daar voor elk te maken mal de 

naadtoeslag bij. Daarna worden de verschillende stukjes iets groter uitgeknipt en met een lijmstift op paternoplaat gelijmd. Daarna knip ik de mallen uit de paternoplaat. Na een paar keer de mallen te gebruiken valt het papier van de mal,

met een permanente stift schrijf ik dan de gegevens van de mal op de mal. Die gegevens zijn: het nummer van het blok, hoeveel keer ik het mal moet tekenen, eventueel of de mal tweezijdig gebruikt moet worden. In de praktijk werkt dat heel goed bij mij. Op een malletje staat bijvoorbeeld D2, Licht, rev., 1+1. Dit betekent dat dit malletje is voor blok D2, voor een lichte stof, reversable of tweezijdig, van allebei de kanten 1 keer. Mijn uitgeprinte patronen bewaar ik altijd in een plastic mapje en daar gaan ook de mallen in voor dat betreffende blok. Zo hou je alles bij elkaar en uit elkaar.